Logische wereld, waar ben je?

Kort verhaal

Net als iedereen zoek ik naar mijn plekje in deze gekke, gekke wereld.
    Alleen zit ik met dat hoofd. Dat hoofd van mij… Ja, wat moet ik daarmee?
    Dát zit ik me wel eens af te vragen.

Een leuk neveneffect van mijn wonderlijke vriendschap met Pina was dat ik het beter begreep: ‘Asperger syndroom’. Ik had het mij wel laten vertellen door een therapeute ooit, dat dat de mooie naam was voor wat er zo bijzonder was aan mijn glorieuze psyche. Waarop een andere therapeute dat weer tegensprak: ‘Nee nee, die mevrouw heeft er niets van begrepen.’ – Waarop die ándere therapeute weer: ‘Nee nee, die ándere mevrouw heeft er niets van begrepen.’ Enfin. Ze raakten er niet uit.
    Ik had dus Asperger. Waarschijnlijk. Of zo. Maar wat betekende dat in godsnaam?
Om eerlijk te zijn: ik ben nogal lui in die dingen. ’t Is niet dat ik dan als een haas naar de bibliotheek spurt – haha – en honderden dikke naslagwerken naar huis sleur. Dus ik probeerde het zo’n beetje uit te vogelen op basis van wat die mevrouw (‘die ándere mevrouw’) had gezegd. ’t Was autisme. Maar dan de deluxe versie. Autisme voor slimme mensen die goed konden verstoppen dat ze autisme hadden.
    Ik had er eens over nagedacht en het klonk aannemelijk. Ik was niet zo flexibel. Ik hield nogal van structuur. Dus dat was het dan, zeker? Mijn hele Asperger-syndroom?

Toen leerde ik dus Pina kennen. En dat verhelderde meer dan honderd naslagwerken.
    Zij had ook ‘Asperger Superpowers’, zoals zij het noemde. ’t Was een avontuur, een draaikolk, een roetsjbaan van een vriendschap!
    En ondertussen hield ik mijn ogen goed open.
    Ik keek naar haar gedrag, maar ’t was alsof ik tegelijkertijd in haar hoofd keek. Er zat een klein venstertje in haar voorhoofd – van plexiglas. Ze was een open boek voor mij. De kabels in onze hersenen leken, minstens voor een stuk, door dezelfde firma aangelegd.
    Dus ik moest alleen observeren – haar gedrag bedoel ik – en mij afvragen: doe ik dat ook… of niet?
    En plots wist ik alles over Asperger wat er te weten viel.
    Het was extra makkelijk omdat – tussen ons gezegd en gezwegen – Pina een zwaardere editie in haar bovenkamer draaide dan ik. De knop stond harder ‘aan’. Of ’t was een grotere knop. Of hoe je ’t ook wil zeggen.
    Stel je voor dat je een kloon ziet van jezelf. Die je meest stiekeme trekken, je meest gênante hersenkronkels, je sociaal onwenselijkste gedragingen uitvergroot en naspeelt.
    Vervelend. Maar leerzaam.
    Ik leerde dus veel. Logica. Dat was wat ons brein nodig had. En als het dat niet kreeg… donderwolken en hemelgestorm! Gehuil en geknars van tanden! Logische wereld, waar ben je? Mijn hoofd, ons hoofd, was geprogrammeerd voor rechte lijnen, voor principes, voor geometrische helderheid. De kortste weg tussen twee punten is een rechte lijn. Drie punten waar twee lijnen kruisen: een driehoek. Het kostte mij geen enkele moeite om de consequenties van dingen door te denken – tot hun bittere einde. Dat was de natuurlijke orde der dingen: niet aan de oppervlakte blijven – de diepte in duiken. Elk ding draagt een eindpunt in zich, en daar ga je achteraan, als een jachthond. Je jaagt erop tot je het te pakken hebt… Het is een heerlijk spel. Elke gedachte wordt uitgekleed, geanalyseerd, gemeten, geordend. Je graaft, en graaft, tot op de bodem. ’t Is heerlijk, ronduit heerlijk. Want alles straalt en is duidelijk en helder. – Er is geen ballast.
    En de wereld, zo werd ons verteld, is minstens even volmaakt en schitterend!
    Eerlijk? Dat sloeg tegen. Ik zette een stap buiten de deur en de wereld sloeg me in het gezicht als een smeerlap, trapte me onderuit als een straatschoffie. ’t Bleek een wervelwind, een hellevaart, een rotzak van een wereld! …Stank, rotzooi, chaos! Huichelarij en hypocrisie! Arrogantie en onkunde! Onrecht en incompetentie! Hemeltergende domheid en laaghartige smerigheid! Geheime agenda’s en verborgen betekenissen! …‘A Brave New World?’ Ammehoela! ’t Was een wazige wereld, waarin mensen dingen zeggen die ze niet doen en dingen doen die ze niet zeggen. Een lelijke wereld waarin idioten regeren, willekeurige regels gehoorzaamd worden en op onzin uitkramen helaas nog steeds niet de doodstraf staat. Een lelijke wereld zonder zin. En erger: Een lelijke wereld gespeend van alle logica. Als dat weer eens gebeurde – als we ons breekbare autistenhoofd weer eens gestoten hadden aan de chaos en de lelijkheid van de wereld – kwam de grote Power Down. Kortsluiting. Ik zag het bij Pina. Ik zag haar hoofd vastlopen zoals ik dacht dat alleen mijn hoofd vastliep. Ik zag haar machinerie blokkeren zoals ik dacht dat alleen ik blokkeerde.
    Heb je dat al ’ns gezien? Een hoofd dat piepend, knarsend en krijsend tot stilstand komt…? Het is niet fraai. Langs de binnenkant. Langs de buitenkant probeer je ’t te verbergen. Je bent misschien gewoon wat stiller. Vraagt: ‘Mag ik een glaasje water?’
    Dat is: als je een pro bent. – Beginners spartelen, vliegen door het zwerk, krijsen de hele zooi bij elkaar.
    Bij Pina had ik ereplaatsen omdat ik er van dicht op mocht kijken. En ik had voorkennis, dus was ’t makkelijker ontcijferen. Fwwiiiiiiieeeeeeeet!!!!! Klángggg. Boink. Gdd-gdd-ddd… En dan niks meer. Je kon het bijna zien. Op haar gezicht. De radertjes die in de kluts draaiden, de panne in de machinekamer en de oranje noodsirene die ging zwaaien en loeien. ‘JONGENS, WE ZITTEN WEER V-A-S-T…! Er is hier iets niet LOGISCH!’ Dan kwam het hulpteam in actie. Je weet wel, van die reddingswerkertjes. De eersten die ter plaatse komen bij aardbevingen, in hun oranje hesjes. Al die kleine mannetjes verzamelen bij die ene vastgelopen hersenkronkel. ‘O nee,’ zucht er eentje. Hij heeft een heel hoog stemmetje. ‘D’r was weer iets niet logisch…’ ‘Daar gaan we veel werk aan hebben,’ gromt een andere. ‘Waarom doen ze ons dit aan?’ zucht een derde.
    Morrend gaan ze uiteindelijk aan het werk. Eentje plaatst een krik. En dan gaan ze tillen. Allemaal samen. Proberen die hersenkwab te depanneren. Maar tijdens het werk zuchten ze, want ze weten dat ze er morgen weer staan. Of vanavond nog. Of binnen een uurtje. Want de wereld: die is niet logisch. Die is één grote klerezooi, één gillende chaos. En onze hersenen kunnen dat niet aan. Pina haar hersenen kunnen dat niet aan. En mijn hersenen kunnen dat niet aan. Dus dan gaat het weer van: ‘…JONGENS, WE ZITTEN WEER V-A-S-T…! Er is hier iets niet LOGISCH!’ Daar kwam het altijd, elke keer opnieuw op neer. I-s. h-e-t. L-o-g-i-s-c-h? Want als het niet logisch is, dan haken we af. M’n hersenen, bedoel ik. Of beter: dan word ik knettergek, razend, teleurgesteld, hondsdroef. ’k Weet niet wat het is. Ik kan er niet mee om. Als dingen niet logisch zijn, sla ik tilt.
    Niet zo op tilt als Pina. Bij haar kwam de stoom uit haar oren, ze stuiterde op en neer, vloog door de lucht van frustratie. Een interessant schouwspel. Zeg niet ‘ik ga A doen’ en doe dan stiekem ‘B’. Of zelfs maar ‘A accent’. Want ze nagelt je tegen de muur. Bijt je net niet de strot over.
    ‘Ik snap niks van smalltalk,’ jammerde ze.
    Nee, natuurlijk snap je niks van smalltalk. Smalltalk is niet logisch. Daar is het te klein voor. ‘Kleinpraat’. – Maar ’t is zelfs niet klein, ’t is mini. ‘Ja amai vorige week ’t was nogal iet toen da’k met de Kevin…’ Niets kon haar zo uit het lood slaan als iemand die in het wilde weg een verhaal begon te vertellen. Zonder intro. Zonder context. Dan schreeuwde ze (meestal achteraf): ‘…Waarom vertel je me dit, klootzak?! Wat is het nut van deze communicatie…?!’ Het schuim stond haar dan op de lippen.
    We hadden rare gesprekken. Of beter: hilarische gesprekken. ’t Hangt er vanaf. Alles was heel… logisch. En duidelijk. Ze is de enige persoon waarbij ik, als ik een terzijde maakte, nadrukkelijk zei: ‘Ik maak nu een terzijde.’
    Omdat ze me anders van kant maakte.
    Ik vond het wel prettig. Het appelleerde aan een bepaald deel van mijn brein. Ik snapte het. Maar ik snapte ook dat het plebs, hoi polloi, de ánderen (‘neurotypische personen’), het niet snapten. Voor geen sikkepit. Die waren het gewoon om hersenloos te tateren. Die dachten er nog geen seconde over na om dat pleziertje op te geven. Geen denken aan! In geen duizend jaar! Autistische zeikerds die we waren!
    Enfin, ik leerde dus veel bij. Logica. Maar ook structuur, veiligheid. Ik begreep het allemaal veel beter.
    En je eigen bovenkamer beter begrijpen: dat is pure winst.

Dus met m’n winst op zak trok ik de wereld in. Op zoek naar een hoekje waar ik zou passen. Een strookje zand, een afgelegen dorp, een naaldstil bos.
    Op zoek.
Logische wereld, waar ben je?

Benny Haas

Benny Haas studeerde filosofie en paaldansen. In minstens één van deze disciplines studeerde hij cum laude af. Hij schrijft lichtvoetig en swingend proza, waarvoor hij put uit zijn eigen leven: ‘Niet waargebeurd, geld terug!
Met literaire bloedbroeder Francis Pursan vormt Benny een duo dat de strijd aanbindt met de ernstige meneren en mevrouwen die vinden dat literatuur grauw en zonder verbeelding moet zijn.
    Benny woont en schrijft in Antwerpen. Werk van hem werd eerder gepubliceerd in Tijdschrift Landauer. De tekst van ‘Logische wereld, waar ben je?’ is een fragment uit een roman van 9000 pagina’s die in de winkels verwacht wordt in 2072. Meer teksten zijn te vinden op zijn website: bennyhaas.substack.com en op zijn Instagrampagina: instagram.com/benny.haas.schrijft.