Eiland

Kort verhaal

Wat Ray deprimerend vindt? Bloemen in de berm, sneeuw in de schaduw. De DDR. Kinderen in een rolstoel. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. De verpakking van sigaretten. Zijn eigen leven.
    Ray is een verzonnen naam. Ik heb immers geheimhoudingsplicht. Vandaar. Neemt niet weg dat ik zijn verhaal kan doorgeven, zolang het maar niet tot de echte Ray terug te herleiden is.
    We zitten in mijn kamer, die verwarmd wordt door de late middagzon. Ik heb de tijd, na Ray zit de dag erop.
    Ray zegt: Als er maar niets verandert. Tegelijkertijd is dat wat hij nodig heeft: verandering van spijs. Doet immers eten.
    Alles erop gericht om in stand te houden wat er in stand te houden is. Routine, rituelen, dagelijkse gewoontes als de pap bij het ontbijt, de stoelgang, de auto die weer een APK moet. Als dat niet deprimerend is.
    Een geboren en getogen eilander, Ray. Zijn auto staat op het vasteland. Hij zegt:     Het eiland is niet vol te houden als je ouder wordt. Onvermijdelijk krijg je de rest van het land erbij, moet je elke dag de oversteek maken. Tot het eiland niet meer de wereld is, maar slechts een vertrekpunt en een thuishaven: de paradox van houdbaarheid.
    Het eiland loslaten lijkt in eerste instantie niet zo moeilijk. Je gaat studeren, op kamers, je vindt een baan in de stad. Op dat punt aangekomen is het een kwestie van een nieuw leven beginnen, daar op die plek waar je nu eenmaal beland bent – niet omdat je ervoor koos (toch wel, je moest wel) maar omdat je nu eenmaal niet anders kon (soms is een keuze hetzelfde als jezelf laten sturen, jezelf mee laten voeren op de stroming).
    Het eiland terugvinden, zoals Ray deed – hij ging althans terug, koos er dit keer zeer bewust voor om terug te gaan – is veel ingewikkelder. Je doet boodschappen op het eiland, je gaat hardlopen langs de kustlijn, helemaal rond tot het snot uit je neus stroomt, je gaat naar het café waar de meeste eilanders naartoe gaan, niet dat waar alle toeristen graag uithangen. Maar hoe je ook probeert, het eiland wordt nooit meer de wereld.
    Hij zit tegenover me en terwijl hij vertelt, zie ik hoe het hem aangrijpt. Positief, denk ik. Dat hij emotioneel kan worden is een goed teken.
    Wat maakt toch dat we zo vasthouden aan de plek waar we vandaan komen?
    Ik moet erbij vertellen dat de vader van Ray stierf aan een beroerte toen Ray twaalf was. Ik heb zijn leeftijd zowel als de doodsoorzaak veranderd, om te voorkomen dat iemand nu denkt te weten wie Ray werkelijk is. Doet er namelijk niet toe, waar het om gaat is dat het mogelijk een antwoord op zijn vraag zou kunnen zijn.
    Mijn vader is niet de reden, zegt hij. Mijn moeder evenmin. Die redt zich wel, daar heeft ze mij niet voor nodig, althans niet per se op het eiland. Bovendien: we hebben allemaal ons eiland.
    Ik zeg: Misschien gaat het niet om het eiland, maar om wat er je erop doet. Iets nieuws proberen, heb je daarvoor een nieuwe omgeving nodig? Die vraag komt automatisch, ondertussen denk ik na over wat hij zei. Mijn eigen eiland.
    Ik kijk op de klok. Nog tien minuten tot het uur voorbij is.
    Mijn eiland: een dorp in de provincie, onder de rook van een middelgrote industriestad, bij de gratie waarvan het dorp kan bestaan. Mijn familie, zowel van vaders kant als van moeders kant, heeft zijn oorsprong in het dorp en is altijd in het dorp gebleven. Mijn neven en nichten hebben zich er gevestigd, mijn broers, en onze kinderen zullen hoogstwaarschijnlijk hetzelfde doen. Het is een fijn dorp. Alles wat we nodig hebben. Voor het overige is de stad dichtbij. Het is groen, gemoedelijk, veilig, bekend. Waarom zouden we anders willen? Is dat de reden: een gebrek aan prikkels?
    Ray vraagt: Prikkels om iets nieuws te proberen?
    Of om weg te gaan?
    Is dat niet hetzelfde?
    Misschien wel. Maar de vraag was: Wat is de reden om te blijven? Of in jouw geval, om terug te komen?
    Op die manier, een gebrek aan prikkels?
    Juist.
    Een prikkelloos bestaan…
    Precies. Een eiland.
    De laatste minuten die we samen delen vandaag, tikken weg terwijl we zwijgend blijven zitten. We wachten. Tot het uur om is.
    Wat ga je doen wanneer je straks thuiskomt? Of wat ik eigenlijk bedoel: Is er iets veranderd?
    Ray zegt: Koken, daarna de hond uitlaten. Ik weet het niet. Kijken hoe de laatste ferry afvaart, wat ik iedere avond doe.

Bob Geurts van Kessel

Van Bob Geurts van Kessel (1976) verschenen eerder verhalen in Elders Literair, De Schaal van Dighter en Tijdschrift Landauer. Vorig jaar behaalde hij de derde prijs van de Renate Dorresteinprijs 2024. Komende zomer debuteert hij met een young adult-roman bij uitgeverij Clavis Young Adult.