De steencirkel
Vanaf de zomerboerderij glooit de weide van fluweel
tot het meer, waar de groep laag uitgevallen berken
restlicht filtert, opslaat. Een dag is moe, de avond wenkt.
De gedekte tafels van de breekbare vrede staan volgens traditie
klaar. Niemand mist de man van inmeten, gps en data
in deze uithaal van het wereldtoneel. Voor hem
geen feestmaal, geen bezegeling. Rendiermos en molte dempen
de hoogspanning. Accordeon, viool en dwarsfluit zullen afdalen
naar de oever, naar de waterspiegel
waar stemmen gaan samensmelten, de nacht leegdrinken
tot zonsopgang –
Er zal iets van de tafels rollen, ver weg zal een hond huilen.
Eigen raven zullen de aangetaste bietensalade uit tafellakens
gaan kloppen, terwijl nieuw opengereten wonden
zich op hun zwijgrecht beroepen. De boerin met Sami-bloed
kleurt niets bij. Zij laat de landmeter alvast tol betalen, nog voor
zijn software tot graven beslist. Een eerdere theodoliet ligt
(naar verluidt) ook ergens ingeklemd tussen porfier en graniet.
Bert Struyvé