Saterdag

Kort verhaal

Vanmiddag teruggeworpen geweest in de tijd. Dat overkomt me wel vaker, en bijna altijd door muziek. Deze keer: wijlen Kevin Ayers. Een perfect uitgevoerde heupworp.
    Tijdens het atelierwerk besloot ik nog eens te luisteren naar een van mijn favoriete albums aller tijden: The Confessions of Dr Dream and Other Stories, datumstempel 1974. Stel je daarbij een bizar mengelmoesje voor van (heel) vroege Genesis, de begindagen van Pink Floyd, Tubular Bells van Mike Oldfield – die trouwens heerlijk meespeelt op deze plaat – en vooral veel Kevin Ayers zelf.
    Ik was al vier nummers ver in de plaat toen het plots gebeurde, bij de begintonen van het samenhorig drieluikje ‘It Begins with a Blessing / Once I Awakened / But it Ends with a Curse’.
    Ik ben een jaar of veertien vijftien, schat ik, mijn oudere broer Edi baat achter de hoek een folkie bruin hippiecafé uit: De Sater. Die morgen gaat ons moeder kuisen en ik ga mee, het is allicht weekend of vakantie. Het zal wel zijn dat ik meega, want ik hou van die plek en de sfeer die je daar letterlijk kunt opsnuiven, ook al ben ik nog veel te jong om er ’s avonds te mogen rondhangen tussen het volkje dat mijn gretige hersens doet vonken. Iets van de magie werkt de volgende ochtend na, als de tempel leeg is en de achtergebleven sigarettenpeuken en verschaalde kletsen bier als enige nog getuigen van het mysterie.
    Telkens ik het heiligdom mag betreden, tokkel ik eerbiedig maar onkundig op de ontstemde buffetpiano, haar galmende klank blaast leven in dit verlaten decor van spiegels, affiches van gemiste muziekoptredens en vooral veel elpees, die alle geuren en fascinerende gebeurtenissen diep in hun hoezen en groeven hebben opgeslagen.
    Die ene ochtend legde ik dus Kevin Ayers op de draaitafel – ik had al snel uitgevist hoe de muziekinstallatie werkte, ook al had ze veel meer toeters en bellen dan mijn eigen goedkope platenspelertje uit de catalogus van een postorderbedrijf, ik meen dat het de Unigro was.
    En daar, op die plek in Einsteins gekromde ruimtetijd, daar ben ik dus daarstraks nog eens geweest. Het was een fijn weerzien.

Marc Terreur maakte in 2021 de overstap van muziek naar kinderverhalen en poëzie. Hij schrijft ook korte stukjes proza en werkt aan een roman. De auteur wordt zowel geïnspireerd door de intimiteit van het individuele zoeken als door het grote rumoer in de wereld.
Behalve op diverse podia werd zijn werk gesignaleerd in verzamelbundels, scheurkalenders, online poëzietijdschriften (BE/NL), op straat.
Met zijn gedicht ‘Nesten’ won hij in 2024 de poëziewedstrijd Erfgoeddag zoekt Thuisgedicht. Terreur was driemaal te zien op ZuiderZinnen (het Antwerpse Festival van het Woord), terwijl zijn ‘Tegenpolen’ recent belandde op het International Literature Festival Utrecht.
Marc Terreur is te boeken als Klimaatdichter.